NIEUWSBRIEF 2, 29 AUGUSTUS 2020
Kernteam Landelijk Actiecomité RED HET PENSIOENSTELSEL
info@redhetpensioenstelsel.nl
Beste strijdmakkers,
In deze tweede nieuwsbrief van het Landelijk Actiecomité blikken we nog eens terug op het genomen
besluit over een nieuw pensioenstelsel en gaan we in op enkele actuele ontwikkelingen en
perspectieven voor (nieuwe) acties.
1.Woord vooraf.
Natuurlijk lijkt het nu wat rustiger aan het pensioenfront maar dat is een bedrieglijke stilte. Want
enerzijds wordt het genomen besluit nu verder uitgewerkt en worden nieuwe wetten voorbereid,
anderzijds woedt de discussie voort over de gevolgen van het genomen besluit.
Het is niet voor niks dat wij als kernteam van het Landelijk Actiecomité pleiten voor het voortzetten
van de strijd voor behoud van ons pensioenstelsel. Steeds duidelijker wordt immers hoe slecht het
besluit om een nieuw stelsel in te voeren, gaat uitpakken voor miljoenen pensioendeelnemers, zowel
gepensioneerden als mensen die nog werken en pensioen opbouwen.
Voor wie het niet direct paraat heeft herhalen we nog eens waartoe het afgesloten pensioen-akkoord
ook weer leidt:
de AOW-leeftijd is inmiddels (onwenselijk en onnodig) gestegen naar 66 jaar en 4 maanden en
stijgt in 2022-2024 in stappen naar 67.
Eerder stoppen met werken in zwaardere beroepen is (op een enkele CAO na) nog niet geregeld en
moet door vertrekkende medewerkers deels zelf worden gefinancierd.
Stoppen na 45 jaar werken moet nog worden onderzocht.
Indexatie voor elke generatie is niet geregeld. Het uitgewerkte akkoord en het nieuwe
pensioencontract staan bol van “verwachtingen”, “geen beloftes meer”, “de kans bestaat” dat er
weer geïndexeerd kan worden enz. Onzekerheid alom dus. Na 10-12 jaar niet indexeren zal daar
nog eens 5-6 jaar bijkomen?
De overgang van een uitkeringsovereenkomst naar een premieovereenkomst betekent per
definitie een overgang naar meer onzekerheid, behalve voor werkgevers.
De afschaffing van de doorsneesystematiek leidt voor de meeste deelnemers tot een nadeel, met
accent op de 35-55 jarigen. Het compenseren hiervan komt voor rekening van de deelnemers zelf
via de premie of het opgebouwde vermogen; en dat gaat weer ten koste van de indexatiemogelijkheden.
Deze afspraak is strijdig met het akkoord vorig jaar waarin dit voor rekening kwam
van werkgevers, werknemers en overheid gezamenlijk.
Behalve voor uitzendkrachten die eerder starten met pensioenopbouw is er voor flexwerkers en
zzp’ers geen concrete verbetering van de pensioenopbouw geregeld.
En natuurlijk hebben zowel de coronacrisis als de zomervakantie er toe geleid dat er (ook van onze
kant) minder activiteiten zijn ondernomen. Sommigen spreken zelfs van een pensioen-dip. Ook horen
wij dat sommigen er niet meer in geloven dat door strijd ons pensioenstelsel nog te redden zou zijn.
EEN GOED PENSIOEN IS EEN KWESTIE VAN FATSOEN
Strijd voor behoud en verbetering van het pensioenstelsel gaat door!
Anderen zeggen dat we “realistisch” moeten zijn en ons moeten neerleggen bij de genomen besluiten.
Maar als kaderleden van de vakbond in het kernteam van het Landelijk Actiecomité blijven wij als
uitgangspunt hanteren: alleen door strijd kunnen verbeteringen voor werknemers en
gepensioneerden worden gerealiseerd. En verslechteringen worden teruggedraaid. Alleen door
vakbondsmacht op te bouwen en weer een strijdbare vakbond in stelling te brengen kan een verdere
RACE NAAR BENEDEN worden gestopt. Wij geven het niet op!
En we zien ons steeds opnieuw gesteund door deskundigen die met ons van mening zijn dat de
overgang naar het beoogde nieuwe pensioenstelsel een miskleun is. Frijns en Mensonides geven aan
(MeJudice, 6 augustus 2020) dat vooral voor ouderen het pensioenperspectief er niet gunstig uitziet.
“Er moet serieus rekening worden gehouden met non-indexatie over een zeer lange periode . . . “.
En: “Een vermogenstoedeling die leidt tot verschillende vervangingsratio’s voor de verschillende
jaargangen, tast het basisprincipe van collectieve solidariteit van het pensioenstelsel aan”.
Met andere woorden: collectiviteit en solidariteit als belangrijke uitgangspunten voor ons pensioen
staan wel degelijk op de tocht ook al beweren de onderhandelaars iets anders.
En behalve die vakbondsmacht opbouwen is het zaak om diverse acties en initiatieven die er ondanks
de stilte zijn ontstaan, te bundelen en gezamenlijk de schouders te zetten onder het realiseren van die
zaken waarover we het eens zijn. Tegen versplintering en voor éénheid in de strijd, anders gaan we
het niet winnen.
De provinciale actiecomités Red het Pensioenstelsel kunnen en moeten in de beweging om indexering
en inhaalindexering af te dwingen een spil vormen. Zij bestaan uit vakbondskaderleden met ervaring
hoe met strijd eisen binnen te halen zijn. Het Kernteam van het Landelijk Actiecomité Red het
Pensioenstelsel roept daarom iedereen op zich aan te melden bij de provinciale actiecomités, die te
versterken en vervolgens zich samen aan te sluiten bij het brede Pensioenlegioen!
2.Pensioentribunaal
Medio mei namen het Landelijk Actiecomité “Red het Pensioenstelsel” en de Nederlandse Bond voor
Pensioenbelangen het initiatief tot “Onderzoek naar personen, instellingen en belangen die van
invloed zijn op besluitvorming over onze pensioenen”. Het onderzoek wordt geleid door de hiertoe
opgerichte ‘Stichting Pensioentribunaal’. Het moet helderheid verschaffen over de drijfveren die
leiden tot fundamentele wijzigingen in het huidige pensioenstelsel, dat nog steeds door internationale
ratingsbureaus als één van de beste ter wereld wordt gekwalificeerd.
Nieuwe pensioenstelsel
De uitwerking van het Pensioenakkoord van 2019, dat op 4 juli 2020 door het FNV-Ledenparlement in
meerderheid werd geaccordeerd, heeft dit onderzoek niet overbodig gemaakt. In tegendeel! Niet
alleen door vele FNV-leden maar overal in het maatschappelijk debat worden steeds meer en grotere
vraagtekens geplaatst bij de noodzaak voor hervorming van het pensioenstelsel. Ook zijn er steeds
meer twijfels over de besluitvorming in de FNV over het nieuwe pensioenstelsel dat miljoenen mensen
gaat raken. Immers een belangrijk argument waarmee de publieke opinie werd bewerkt om het
nieuwe stelsel te accepteren bleek daags na het akkoord al niet meer geldig: de dreiging van kortingen
blijkt, zoals werd gesuggereerd, helemaal niet van de baan! En van indexatie is tot en met 2026
helemaal geen sprake, laat staat van na-indexatie!
Pensioendeskundigen als Jean Frijns en Jelle Mensonides sluiten zich aan bij vele andere prominenten
uit de pensioenwereld die van mening zijn dat het nieuwe pensioenstelsel een gedrocht is. Velen
missen een fundamentele analyse van de risico’s en de gevolgen daarvan, waarmee deelnemers aan
pensioenfondsen te maken krijgen. Elke pensioenregeling heeft immers een lange tijdshorizon. In het
nieuwe stelsel wordt de fundamentele vraag over solidariteit tussen generaties niet gesteld, laat staan
beantwoord. De opstellers van het pensioenakkoord verschuilen zich hierbij achter operationele,
boekhoudkundige rekenregels waarmee een mogelijk netto profijt voor een individuele deelnemer
wordt berekend. Maar heldere aanspraken op de latere uitkering? Ho maar! De spreiding van risico’s
komt niet meer aan de orde zoals in het bestaande, collectieve, stelsel wel het geval is. De overdaad
aan ingewikkelde technische berekeningen maakt het voor pensioendeelnemers onmogelijk te
begrijpen wat er met het door hen gespaarde, “uitgestelde loon” gebeurt en waarop ze kunnen
rekenen als ze met pensioen gaan.
Wat zijn de motieven achter deze wijzigingen? Welke belangen zijn ermee gemoeid? Hoe lang is dit al
aan de gang? Dat zijn vragen die het belang van het initiatief tot het Pensioentribunaal alleen maar
onderstrepen. Het lijkt erop dat het huidige sociale, collectieve en solidaire stelsel wordt ingeruild
voor een zuiver financieel product, met vooral meer onzekerheid als belangrijkste resultaat.
Opzet pensioentribunaal
Het nieuwe pensioenstelsel dat, volgens minister Koolmees en de onderhandelaars nog zes jaar op
zich zal laten wachten, zet de lijn voort die met de nieuwe Pensioenwet en de Financiële
Toetsingskaders is ingezet. Het pensioenstelsel wordt steeds ingewikkelder en de noodzaak van die
complexheid is niet aangetoond. Terwijl het bestaande stelsel in wezen heel simpel is:
Tijdens je werkzame leven wordt er elke maand een bedrag opzij gelegd voor je pensioen. Dat
bedrag komt uit de loonruimte en omvat een werknemersdeel en een werkgeversdeel. De hoogte
en de verdeling tussen het werknemers- en werkgeversdeel van dit maandelijkse uitgesteld loon is
onderdeel van de periodieke cao-onderhandelingen. Doel is om bij pensionering 80% van het
middelloon uit te kunnen betalen. Hierbij wordt rekening gehouden met het beleggingsrendement
dat het pensioenfonds behaalt. Na een maximum van 42 jaar is dan voldoende vermogen
opgebouwd om de doelstelling waar te maken. En omdat pensioenfondsen nu al tientallen jaren
meer rendement maken dan bij de vaststelling van de premie voorzichtig wordt geschat is er een
enorme reserve gerealiseerd die ruimte biedt voor jaarlijkse aanpassing van de uitkering aan de
inflatie.
Het pensioentribunaal gaat de belangen onderzoeken die schuil gaan achter jarenlange pogingen en
druk van verschillende partijen in de financiële en politieke wereld om dit in wezen eenvoudige stelsel
te wijzigen, ingewikkelder, ondoorzichtiger en individueler te maken ten koste van de collectiviteit en
solidariteit. Het ontzenuwen van drogredenen, misinformatie en leugens, kortom ‘waarheidsvinding’
zal hierbij richtinggevend zijn.
Deze waarheidsvinding bestaat niet uit louter desk research en interviews met ‘kennisdragers’, maar
zal leiden tot prangende vragen aan en mogelijk aanklachten tegen personen en instellingen om zich
te verantwoorden voor hun veronderstelde en vermoede ondermijning en afbraak van dit laatste
bastion van de verzorgingsstaat: het solidaire en collectieve pensioenstelsel.
De vorm waarin dit plaatsvindt zal zich gedurende het onderzoek uitkristalliseren. De initiatiefnemers
tot het Pensioentribunaal beseffen dat zij deel uitmaken van een veel grotere beweging. Een groeiend
aantal verontruste werknemers die pensioen opbouwen, gepensioneerden en ‘schijnzelfstandigen’ als
onvrijwillige ZZP-ers die geen pensioen opbouwen, is een eenheid aan het formeren om de
zeggenschap over hun pensioenaanspraken, waaronder indexering van het pensioen, af te dwingen en
daarmee het huidige pensioenstelsel te redden.
Het Pensioentribunaal is ervan overtuigd dat zij die beweging zal kunnen voeden met talloze
argumenten en bewijslast die de gerechtvaardigdheid van hun eisen ondersteunen!
3. Een sterk indexatie initiatief.
Het pensioenakkoord van juni 2019 en de uitwerking daarvan van juni 2020, waarmee de FNV op 4 juli
2020 instemde, heeft de positie van de vakbeweging niet versterkt. De leden zijn in de steek gelaten,
ze zijn niet betrokken bij de totstandkoming van het nieuwe pensioenstelsel. Steeds duidelijker wordt
dat met de uitwerking van het akkoord de beloofde verbeteringen voor pensioendeelnemers steeds
onwaarschijnlijker worden.
Schrijnend aan dit hele pensioencircus is onder andere, dat zowel voor gepensioneerden als voor
werkenden het indexeren van het pensioen er voorlopig niet in zit. Dat wil zeggen: het niet verhogen
van de (aanvullende) pensioenen met de gestegen prijzen. Beloofd was dat met het nieuwe stelsel
indexatie mogelijk zou worden. Er zit immers voldoende ‘in kas’ en de rekenregels die beletten om dat
te gebruiken zouden niet meer gelden. Die “rekenregels” zijn vooral het instrument van
toezichthouder DNB, en de politiek die het Financiële toetsingskader hanteren waarmee de fondsen
zich arm moeten rekenen terwijl ze prima rendementen halen en hun vermogens groeien.
Maar niet alleen indexatie wordt met het nieuwe stelsel op de lange termijn geschoven. Kortingen van
de pensioenen zijn zelfs niet van de baan! En dat terwijl gepensioneerden sinds de crisis van 2008 niet
zijn geïndexeerd en daarmee zo’n 20% aan koopkracht hebben verloren.
Twee moties in het ledenparlement van 4 juli jl. hebben waarschijnlijk een grote rol gespeeld bij de
instemming met de uitwerking van het pensioenakkoord. Die moties gingen over “de intentie om de
invoering van het akkoord te versnellen” en “om de (inhaal)indexatie waar mogelijk de grootste
prioriteit te geven”.
Nieuw initiatief voor indexatie en inhaal-indexatie
In een gezamenlijk initiatief willen ouderenbonden, de sector senioren van de FNV, wij als Landelijk
Actiecomité en andere organisaties, de krachten bundelen om indexatie en inhaal-indexatie af te
dwingen. Het initiatief, onder de naam Pensioenlegioen, wil zoveel mogelijk mensen in beweging
krijgen op dit concrete punt in de pensioenstrijd, en daarmee die strijd voortzetten.
Volgens een onderzoek van Maurice de Hond kan het een zeer grote beweging worden, die voortkomt
uit onrust en verontwaardiging bij veel Nederlanders over het mogelijk korten en nietindexeren van de
pensioenen terwijl er 1600 miljard vermogen is opgebouwd. Het initiatief betreft
een brede beweging zonder de dominantie van politieke partijen. Dat spreekt het kernteam van het
Landelijk Actiecomité aan omdat zoveel mogelijk krachten gebundeld moeten worden. Vandaar dat wij
het initiatief niet alleen willen ondersteunen maar er ook concreet aan meewerken.
Een campagne voor de (inhaal)indexatie is niet alleen in het belang van de reeds gepensioneerden,
maar ook voor de nog niet gepensioneerden want hun pensioenopbouw wordt ook niet verhoogd.
Het is dus zaak de gehele vakbeweging achter het initiatief te krijgen en in de strijd te betrekken. Het
Landelijk Actiecomité staat voor een andere meer strijdbare vakbeweging, die niet alleen in de polder
compromissen sluit maar vooral strijd voert op basis van eisen en instemming van de achterban. Om
met succes op te komen voor hun belangen zullen de mensen zelf voor hun eisen in beweging moeten
komen, zo massaal mogelijk. De belangen die op het spel staan zijn enorm:
- materieel (1600 miljard in de pensioenfondsen en in elke cao een claim op loonruimte) en
- politiek (voortzetting van de vakbeweging in de ‘polderklem’ van werkgevers en overheid of
omschakelen naar een activistische zelfstandige vakbeweging om haar voortbestaan te
verzekeren).
In dit nieuwe initiatief van het Pensioenlegioen zullen we eveneens aandacht vragen voor de overige
uitgangspunten voor het pensioenstelsel: solidariteit, collectiviteit en verplichte deelname omdat die
met de overgang naar het nieuwe stelsel eveneens ter discussie staan.
Collectiviteit en Solidariteit op de helling?
Zie ook de opmerkingen hierover in het voorwoord.
In het nieuwe pensioenstelsel wordt het opgebouwde vermogen toebedeeld aan individuele
pensioenrekeningen. Hoewel steeds hard is ontkend dat het zou gaan om “persoonlijke potjes” is dat
wel degelijk het geval. Collectiviteit houdt alleen nog betekenis doordat de pensioenopbouw voor
medewerkers in een bepaalde sector geregeld wordt via eenzelfde pensioenfonds.
Maar solidariteit verdwijnt want de opgebouwde rendementen komen straks niet meer in gelijke mate
ten goede aan alle deelnemers. Door het zogenaamde life-cycle beleggen komen de hoogste
rendementen ten goede aan de jongere generaties en krijgen oudere werknemers en
gepensioneerden een rendement toebedeeld op basis van een veel lager risicoprofiel en daarmee veel
minder kans op een fatsoenlijk rendement.
Behalve dat nu al ruim tien jaar de meeste pensioenen niet zijn geïndexeerd, en de komende 5à6 jaar
in de overgangsperiode naar het nieuwe stelsel dat ook niet gaat gebeuren, wordt daarmee zeker voor
de oudere generaties het steeds onwaarschijnlijker dat die indexatie er ooit nog komt!
Een terugval in koopkracht die nu al ca. 20% bedraagt gaat daarmee oplopen naar 30-35%. Daarmee
verliezen steeds meer mensen dus ruim één-derde van hun pensioen-koopkracht. Het moet dus maar
‘s klaar zijn met die opinies dat “die oudjes het allemaal wel goed voor mekaar hebben”.
Er is sprake van een regelrechte pensioenroof, de strijd daartegen moet op gang komen door veel
meer mensen hierover goed te informeren.
Stuitend is daarom dat de FNV bijvoorbeeld in de laatste FNV Senioren Nieuwsbrief heel positief
spreekt over het afgesloten akkoord met o.a. de volgende bewering: “Rendementen op beleggingen
worden minder gebruikt om hoge buffers op te bouwen en meer om het pensioen te laten groeien.
Hierdoor ontstaat er sneller zicht op indexatie, ook van de pensioenuitkeringen”.
Helaas nergens een opmerking over de oneerlijke toedeling van de rendementen in het nieuwe stelsel.
Met het hierboven genoemde initiatief van het Pensioenlegioen gaat het er dus om dat
pensioenfondsen, juist op basis van collectiviteit en solidariteit, worden gedwongen om indexatie toe
te passen. Dat kan immers zodra meer rendement wordt gehaald dan waarmee rekening is gehouden
bij het vaststellen van de premie. En dat is al jaren het geval!
Discussie en eenheid.
Ook met dit nieuwe initiatief blijven er nog genoeg discussiepunten over op de weg naar “het redden
van het pensioenstelsel”.
- Indexatie als speerpunt is prima en kan een bindende factor zijn. Daarbij is het van belang er op
bedacht te zijn dat we het verwijt krijgen dat de ouderen “de pot leeg-eten”.
- Het stijgen van de pensioenleeftijd en anderzijds eerder kunnen stoppen voor zware beroepen.
- Hoe de toegang voor flex- en zzp-ers te verbeteren en versnippering van pensioen voorkomen bij
baanverlies.
- Hoe het verschil in levensverwachting voor verschillende groepen te compenseren.
- enzovoort.
Genoemde punten zijn wat ons betreft geen belemmering om aan het initiatief deel te nemen. Het is
ook geen belemmering voor het smeden van eenheid in de strijd. Integendeel het initiatief biedt ook
de mogelijkheid met onze inbreng de pensioenstrijd voort te zetten, inhoudelijk te ondersteunen en
onze uitgangspunten overeind te houden voor een pensioenstelsel dat we willen redden.
We waren altijd voorstander van solidariteit, collectiviteit en toegankelijkheid voor alle mensen en
blijven dat ook. En we beseffen dat ook voor het realiseren van indexatie en inhaal-indexatie
vakbondsmacht en dus onze deelname nodig zal zijn.
4.De bijgevoegde cijfers tonen nog eens glashard aan hoe we bestolen worden door de pensioenen niet
te indexeren!
De pensioenfondsen staan er niet slecht voor, er zijn geen argumenten om ons stelsel over boord te
gooien.